© Comité Alhambra 2024 - www.comitealhambra.be - www.facebook.com/quartieralhambra - comitealhambra@gmail.com
Comité Alhambra
Belgische strafwet rond prostitutie en goede zeden Uittreksel uit het strafwetboek Art. 380. (Zie NOTA 1 onder TITEL) (Voorheen art. 380bis.) <W 1995-04-13/32, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 05-05-1995> § 1. Met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot vijfentwintigduizend [euro] , wordt gestraft : <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01- 2002> 1° hij die, ten einde eens anders driften te voldoen, een meerderjarige zelfs met zijn toestemming, aanwerft, meeneemt, wegbrengt of bij zich houdt met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie; 2° hij die een huis van ontucht of prostitutie houdt; 3° hij die kamers of enige andere ruimte verkoopt, verhuurt of ter beschikking stelt met het oog op prostitutie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren; 4° hij die, op welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie exploiteert. § 2. Poging tot de in § 1 bedoelde misdrijven wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van honderd [euro] tot vijfduizend [euro]. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 3. Met (opsluiting) van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot vijftigduizend [euro] wordt gestraft het plegen van de in § 1 bedoelde misdrijven wanneer de dader daarbij : <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> 1° direct of indirect gebruik maakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige andere vorm van dwang; 2° of misbruik maakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin een persoon verkeert ten gevolge van een onwettige of precaire administratieve toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid. § 4. Met (opsluiting) van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van duizend [euro] tot honderdduizend [euro] wordt gestraft : <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> 1° hij die, ten einde eens anders driften te voldoen, rechtstreeks of via een tussenpersoon, een minderjarige (...), zelfs met zijn toestemming aanwerft, meeneemt, wegbrengt of bij zich houdt met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie; <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> 2° hij die, rechtstreeks of via een tussenpersoon, een huis van ontucht of prostitutie houdt waar minderjarigen prostitutie of ontucht plegen; 3° hij die kamers of enige andere ruimte verkoopt, verhuurt of ter beschikking stelt van een minderjarige met het oog op ontucht of prostitutie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren; 4° hij die, op welke manier ook, de ontucht of prostitutie van een minderjarige (...) exploiteert. <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> 5° (hij die door de overhandiging, het aanbod of de belofte van een materieel of financieel voordeel ontucht of prostitutie van een minderjarige heeft verkregen.) <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 5. (De misdrijven bedoeld in § 4 worden gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar en met geldboete van duizend [euro] tot honderdduizend [euro] als zij ten aanzien van een minderjarige onder de zestien jaar worden gepleegd.) <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> <W 2000-06- 26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> (§ 6. Hij die ontucht of prostitutie van een minderjarige bijwoont, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van honderd [euro] tot tweeduizend [euro].) <W 2000-11-28/35, art. 14, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01- 2002> Art. 380bis. <W 2000-11-28/35, art. 15, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> (Voorheen art. 380quater) Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfhonderd [euro] wordt gestraft hij die in een openbare plaats door woorden, gebaren of tekens iemand tot ontucht aanzet. De straf wordt verdubbeld als het misdrijf tegenover een minderjarige wordt gepleegd. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01- 2002> Art. 380ter. <W 2000-11-28/35, art. 16, 029; ED : 27-03-2001> (Voorheen art. 380quinquies) § 1. Met gevangenisstraf van twee maanden tot twee jaar en met geldboete van tweehonderd [euro] tot tweeduizend [euro] wordt gestraft hij die op enigerlei wijze, direct of indirect, reclame maakt of doet maken, uitgeeft, verdeelt of verspreidt voor een aanbod van diensten van seksuele aard, indien die reclame specifiek gericht is op minderjarigen of indien zij gewag maakt van diensten aangeboden door minderjarigen of door personen van wie wordt beweerd dat zij minderjarig zijn, zelfs indien hij zijn aanbod verheelt onder bedekte bewoordingen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> Indien de in het eerste lid bedoelde reclame tot doel of tot gevolg heeft, direct of indirect, dat prostitutie of ontucht van een minderjarige of zijn exploitatie voor seksuele doeleinden wordt vergemakkelijkt, is de straf drie maanden tot drie jaar gevangenisstraf en geldboete van driehonderd [euro] tot drieduizend [euro]. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 2. Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van honderd [euro] tot duizend [euro] wordt gestraft hij die op enigerlei wijze, direct of indirect, reclame maakt of doet maken, verdeelt of verspreidt voor een aanbod van diensten van seksuele aard, die worden verleend bij wege van een of ander telecommunicatiemiddel, zelfs indien hij zijn aanbod verheelt onder bedekte bewoordingen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 3. In alle gevallen die niet zijn omschreven in de §§ 1 en 2, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van honderd [euro] tot duizend [euro], hij die door enig reclamemiddel, zelfs indien hij de aard van zijn aanbod of zijn vraag verheelt onder bedekte bewoordingen, kenbaar maakt dat hij zich aan prostitutie overgeeft, de prostitutie van anderen vergemakkelijkt of wenst in betrekking te komen met iemand die zich aan ontucht overgeeft. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die door enig reclamemiddel aanzet, door de toespeling die erop wordt gemaakt, tot de seksuele exploitatie van minderjarigen of meerderjarigen, of van zulke reclame gebruik maakt naar aanleiding van een aanbod van diensten. Art. 380quater. (afgeschaft bij verandering van nummering) <W 2000-11-28/35, art. 15, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Art. 380quinquies. (afgeschaft bij verandering van nummering) <W 2000-11-28/35, art. 16, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Art. 381. <W 2000-11-28/35, art. 17, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> De misdrijven bedoeld in de artikelen 379 en 380, §§ 3 en 4, worden gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar en met geldboete van duizend [euro] tot honderdduizend [euro] en de misdrijven bedoeld in artikel 380, § 5, worden gestraft met opsluiting van zeventien jaar tot twintig jaar en met geldboete van duizend [euro] tot honderdduizend [euro], indien ze daden betreffen van deelneming aan de hoofdbedrijvigheid of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002> Art. 381bis. (afgeschaft bij verandering van nummering) <W 2000-11-28/35, art. 17, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Art. 382.<W 2000-11-28/35, art. 18, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. In de gevallen bedoeld in de artikelen 379 en 380 worden de schuldigen bovendien veroordeeld tot ontzetting van de rechten genoemd in [1 artikel 31, eerste lid]1. § 2. De rechtbanken kunnen tegen de personen die wegens een misdrijf bepaald bij artikel 380, §§ 1 tot 3, veroordeeld worden, het verbod uitspreken om gedurende een jaar tot drie jaar een drankgelegenheid, een bureau voor arbeidsbemiddeling, een onderneming van vertoningen, een zaak voor verhuur of verkoop van visuele dragers, een hotel, een bureau voor verhuur van gemeubileerde kamers of appartementen, een reisbureau, een huwelijksbureau, een adoptieinstelling, een instelling waaraan de bewaring van minderjarigen wordt toevertrouwd, een bedrijf dat leerlingen en jeugdgroepen vervoert, een gelegenheid voor ontspanning of vakantie, of een inrichting die lichaamsverzorging of psychologische begeleiding aanbiedt, hetzij persoonlijk, hetzij door bemiddeling van een tussenpersoon, uit te baten of er, in welke hoedanigheid ook, werkzaam te zijn. In geval van een tweede veroordeling wegens een misdrijf bepaald in artikel 380, §§ 1 tot 3, kan het verbod voor een termijn van een jaar tot twintig jaar worden uitgesproken. In geval van een veroordeling wegens een misdrijf bepaald bij de artikelen 379 en 380, §§ 4 en 5, kan het verbod voor een termijn van een jaar tot twintig jaar worden uitgesproken. § 3. Zonder rekening te houden met de hoedanigheid van natuurlijke persoon of rechtspersoon van de uitbater, eigenaar, huurder of zaakvoerder, kan de rechtbank de sluiting bevelen van de inrichting waar de misdrijven zijn gepleegd, voor een termijn van een maand tot drie jaar. Wanneer de veroordeelde eigenaar, uitbater, huurder noch zaakvoerder is van de inrichting, kan de sluiting enkel worden bevolen indien de ernst van de concrete omstandigheden dit vereist, en dit voor een termijn van maximaal twee jaar, na dagvaarding van de eigenaar, de uitbater, de huurder of de zaakvoerder op vordering van het openbaar ministerie. De dagvaarding voor de rechtbank wordt in het hypotheekkantoor van het gebied waar de goederen gelegen zijn, overgeschreven ten verzoeke van de deurwaarder die het exploot heeft opgemaakt. De dagvaarding vermeldt de kadastrale omschrijving van het betrokken onroerende goed en identificeert de eigenaar ervan in de vorm en volgens de sanctie bepaald in artikel 12 van de wet van 10 oktober 1913 houdende wijzigingen in de hypotheekwet en in de wet op de gedwongen onteigeningen en regelende de herinrichting van de bewaring der hypotheken. Iedere in de zaak gewezen beslissing wordt in de kant van de overgeschreven dagvaarding vermeld op de wijze bepaald in artikel 84 van de hypotheekwet. De griffier doet de uittreksels en de verklaring dat er geen rechtsmiddelen aangewend zijn aan de hypotheekbewaarder toekomen. § 4. Artikel 389 is van toepassing op deze bepaling. ---------- (1)<W 2009-04-14/01, art. 17, 073; Inwerkingtreding : 15-04-2009> Art. 382bis. <W 2000-11-28/35, art. 20, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Onverminderd de toepassing van artikel 382 kan elke veroordeling wegens feiten bedoeld in de artikelen 372 tot 377, 379 tot 380ter, 381 en 383 tot 387, gepleegd op de persoon van een minderjarige of met zijn deelneming, de ontzetting meebrengen van het recht om, voor een termijn van een jaar tot twintig jaar : 1° in welke hoedanigheid ook deel te nemen aan onderwijs in een openbare of particuliere instelling die minderjarigen opvangt; 2° deel uit te maken, als vrijwilliger, als lid van het statutair of contractueel personeel of als lid van de organen van bestuur en beheer, van elke rechtspersoon of feitelijke vereniging waarvan de activiteit in hoofdzaak op minderjarigen gericht is; 3° een activiteit toegewezen te krijgen die de veroordeelde in een vertrouwens- of een gezagsrelatie tegenover minderjarigen plaatst, als vrijwilliger, als lid van het statutair of contractueel personeel of als lid van de organen van bestuur en beheer, van elke rechtspersoon of feitelijke vereniging. Artikel 389 is van toepassing op deze bepaling.